100% duurzame energie in 2030. Het kan als je het wilt!

  • Netherlands 2030
  • Last updated
Open this scenario

Quintel Intelligence heeft op verzoek van Urgenda een (bijna) 100% duurzaam scenario gemaakt met het Energietransitiemodel en de basis gelegd met het 5x Anders idee voor:

- De Agenda -
Nederland 100% op Duurzame Energie in 2030
Het kan al je het wilt!

Dit scenario, dit rapport, deze visie, deze agenda wil antwoord geven op de vraag: als we het willen, kunnen we dan binnen twintig jaar overschakelen op een volledige duurzame energie voorziening? Is het technische mogelijk? Blijft ons energiesysteem dan minstens even betrouwbaar? Kunnen we die overgang betalen en leidt het tot een betaalbare energievoorziening in 2030? Zijn er onoverkomelijke obstakels, waardoor het niet kan binnen twintig jaar? Stel dat we de urgentie onderkennen en het echt willen, kan het dan, 100% duurzame energie in 2030?


N.B.:

  • Verbeteringen aan het ETM en updates kunnen invloed hebben op de uitkomsten van het scenario. Hierdoor kunnen cijfermatig kleine verschillen zitten tussen gepubliceerde resultaten en actuele uitkomsten van het scenario. Voor vragen kunt u contact opnemen met Quintel Intelligence (info@quintel.com)
  • Dit scenario is een revisie van een scenario dat eerder is gepresenteerd. Link naar vorig scenario:

    100% duurzame energie in 2030. Het kan als je het wilt! 2015

  • Ter vergelijking is ook een business as usual scenario gemaakt:

[Urgenda - Business as usual - update 2017](https://pro.energytransitionmodel.com/scenarios/325571) - Sinds november 2017 wordt de NL 2015 dataset gebruikt als basis voor scenario's. Dit scenario is opgesteld met een eerdere dataset. Hierdoor kunnen de uitkomsten van het scenario afwijken van gepubliceerde uitkomsten. - Het ETM is continue onderhevig aan verandering, bijvoorbeeld door implementatie van nieuwe technologieën en mogelijkheden, maar ook doordat de specificaties van technologieën bijgewerkt worden. Hierdoor kunnen uitkomsten van het scenario afwijken van gepubliceerde uitkomsten. ---

Waarom - urgentie

Waarom zo’n haast, waarom binnen twintig jaar? We onderzoeken een transitie binnen twintig jaar, omdat broeikasgassen en vooral CO2 heel lang in het systeem van de aarde en in de atmosfeer blijven (honderden tot duizenden jaren) en slechts langzaam verdwijnen. Hoe langer we wachten, hoe meer de CO2 uitstoot uit het verleden optelt bij die van het heden en samen zo hoog worden, dat het leidt tot temperatuurstijgingen van meer dan 4 graden gemiddeld op aarde. Dit terwijl Nederland en meer dan 190 andere landen op basis van aanvaarde wetenschap hebben gesteld dat 2 graden temperatuurstijging al het maximum is. Daarboven leidt het met 50% kans tot gevaarlijke klimaatverandering. Wij vinden 50% kans al veel te hoog. Bovendien is 2 graden temperatuurstijging al hoger dan volgens veel wetenschappers verstandig is. Wij willen graag veel meer dan 50% kans dat het goed gaat. We willen niet gokken met de toekomst van de volgende generaties. Als we pas in 2050 serieus de CO2 uitstoot gaan ombuigen, dan zijn we zeker te laat. Veel wetenschappers die liever geen Rus- sische roulette spelen, pleiten daarom voor een serieuze teruggang in CO2-uitstoot van 6% per jaar. Wij hebben dat vertaald in 100% duurzame energie in 2030: geen CO2-uitstoot veroorzaakt door het energiesysteem in 2030.

Aanpak

Onze visie is dat we binnen twintig jaar grote omslagen kunnen bewerkstelligen, als we er samen van overtuigd zijn dat het nodig is. Som- migen zijn daarvan overtuigd vanwege de hierboven beschreven urgentie. Anderen weten dat over twintig jaar ons aardgas op is en willen de omslag maken om niet te afhankelijk te worden van andere landen. Weer anderen willen over- stappen op duurzame energie omdat het meer zekerheid geeft over de kostprijs van energie en weer anderen vinden het gewoon ‘leuk’ om zelf hun eigen energie op te wekken. Het maakt niet uit, waarom mensen overstappen op duurzame energie, als het maar gebeurt. Onze vraag aan het bedrijf Quintel Intelligence was: stel dat wij met vele anderen erin slagen om voldoende mensen enthousiast te maken om hun huis energieneutraal te maken en elektrisch te gaan rijden en minder vlees te eten, hoeveel energie kunnen we dan samen lokaal duurzaam opwekken en wat moeten we dan nog centraal duurzaam opwekken om tot een duurzame betaalbare energievoorziening te komen in 2030? Kan die energievoorziening betrouwbaar en betaalbaar blijven? Hoeveel energie moeten bedrijven besparen en kan dat? Het Energietransitiemodel (ETM) van Quintel werkt met getallen en aannamen die zijn aangeleverd door netwerkbedrijven, energieleveranciers, Shell, NAM, Gasunie en allerlei andere markt partijen. Het is een conservatief model en op ons verzoek is daar waar er keuzes gemaakt moesten worden, steeds conservatief gekozen, om niet van onrealistisch optimisme te worden beschuldigd. Op basis van onze visie en de uitkomsten van het model hebben we met tientallen experts gesproken en het verhaal verder aangescherpt.

Visie

)In dit rapport gaan we uit van meer dan 50% energiebesparing in twintig jaar over alle sectoren. Daarnaast is het onze visie dat we in die periode bijna alle bestaande gebouwen energieneutraal kunnen maken, dat mensen in Nederland vaker met deelauto’s en (nieuwe) vormen van OV gaan reizen en hun auto (als die er nog is) de komende twintig jaar vaak gaan inwisselen voor een elektrische auto. De tuinbouw en het bedrijfsleven gaan besparen en deels over op duurzame energie. Stel dat we vanuit die visie de rest van de benodigde energie duurzaam willen opwekken, kan dat? Het kan, als je het wilt! De conclusie is dat een geheel duurzame energievoorziening in 2030 mogelijk is. Er zijn geen technische belemmeringen. Het bouwen aan deze duurzame energievoorziening levert ook veel banen op: minimaal 150.000 banen die er nog niet waren. Een duurzame energievoorziening betekent ook dat we het heft in eigen handen nemen en niet afhankelijk worden van andere landen als ons goedkope aardgas op is over een jaar of twintig. We zullen wel moeten investeren. Er is een extra investering van 1 miljard per jaar in elektriciteitsnetten en een investering van 9 miljard per jaar in duurzame elektriciteiten warmteproductie nodig.

Vijf keer anders:

de agenda voor nederland tot 2030 Hieronder volgt in hoofdlijnen wat we minimaal moeten doen om 100% duurzame energie in 2030 te kunnen halen. Met deze agenda is gerekend. Dit kunnen we betalen en de technieken zijn er. Daarnaast bevat dit rapport nog een reeks aan andere opties en innovaties. Als we die ook een kans geven, dan kan het allemaal nog veel sneller en goedkoper. Het rapport geeft de agenda voor Nederland en agenda’s voor Nederlandse inwoners. Als we samen al die stappen zetten, komen we heel ver.

Verdere elktrificatie van de industrie:

Het scenario van het Energietransitiemodel (ETM) voor 100% duurzame energie in 2030 bevat slechts beperkte elektrificatie van de industrie. In het ETM kan verdere elektrificatie nu niet doorgerekend worden. Dat is echter wel nodig als je bijna alle gebruik van biomassa voor de industrie (360 PJ) wil uitbannen, zoals Urgenda wil. Hier geven we toch een inschatting van wat nodig is voor een industrie zonder biomassa. Dit is een inschatting met veel minder detail en accuraatheid dan het ETM-scenario. Experts die hebben meegekeken, achten deze verdere opschaling van zonne- en windenergie wel heel goed mogelijk.

Aannames

  • de elektrificatie van het gedeelte van de industrie dat nu biomassa gebruikt, gaat via waterstof
  • de conversiestap naar waterstof heeft een efficiëntie van 66,7%
  • een deel van de hernieuwbare elektriciteit wordt in het huidige scenario niet gebruikt, maar zit in export en curtailment. Bij curtailment wordt de aanbodzijde actief beperkt. Denk hierbij aan het uitzetten van windmolens of afschakelen van zonnepanelen
  • de benodigde extra elektriciteit is dan 440 PJ. Deze 440 PJ kan opgewekt worden door het bijplaatsen van zonnepanelen en wind op zee. In het scenario zit nu 25,6 GW zonneenergie. Het PBL schat in dat de potentie voor zon in Nederland 66 GW is. Als we zonneenergie aanvullen tot 66 GW, dan is nog 25 GW aan wind op zee nodig om de biomassa uit de industrie te vervangen door elektriciteit uit wind en zon

Deze aannames zijn vrij conservatief. Door een tweede berekening te maken met positievere aannames, krijgen we een beeld van de bandbreedte van het extra wind- en zonvermogen dat nodig is om biomassagebruik uit de industrie te halen

Stel dat:

  • een deel van de energievraag van de industrie met restwarmte wordt ingevuld (10%)
  • niet voor de hele industrie eerst een conversie naar waterstof nodig is, maar slechts voor 70% van de industrie. Als alle warmte tot 250 oC via warmtepompen wordt gemaakt, is al een deel van de warmtevraag ingevuld. Een groot deel van de industrie heeft echter een warmtevraag van een hogere temperatuur, die wordt nog steeds via waterstof ingevuld
  • het deel van de industrie waarvoor de vraag direct met elektriciteit wordt ingevuld, efficiënter wordt (30% afname van het gebruik van dit deel van de industrie).
  • de capaciteitsfactor van windmolens op zee stijgt van 40% naar 50%. De capaciteitsfactor (yield factor) is de werkelijke elektriciteitsproductie gedeeld door de productie die er zou zijn als de windmolen het hele jaar maximaal vermogen zou leveren.

Met deze aannames is er minder extra capaciteit nodig. Ten eerste zal er, door de hogere yield factor, meer elektriciteit beschikbaar zijn van de windmolens die al in het scenario zitten en produceren de bijgeplaatste windmolens meer elektriciteit. Ten tweede is de totale vraag naar elektriciteit dan lager. De energie-opbrengst van 1 GW capaciteit zonne-energie staat gelijk aan de energie-opbrengst van 0,25 GW wind op zee. Urgenda kiest voor 9 GW extra wind op zee en 20 GW extra zonne-energie voor 2030, boven op de berekeningen van het ETM.

This scenario was last updated on July 24, 2020, in an earlier version of the model. The most recent release of the model was on March 7, 2024.
How do updates to the model affect scenarios?
Slider changes
During updates we must sometimes make small changes to the saved settings for some sliders. This is done to ensure that scenario remains compatible with the new version of the model and, whenever possible, that the intentions of the scenario’s author are preserved.
Outcomes
Scenario outcomes may change due to improvements in the model, better quality data, or the addition of new sliders.